In mei/juni werden vijf bijeenkomsten gehouden over de toekomst van het Nederlandse baggercluster. Vanuit hun ervaringen in het heden keken enkele tientallen professionals naar de toekomst van een cluster aan oer-Hollandse bedrijven (aannemers, scheepsbouwers, toeleveranciers) die al anderhalve eeuw lang ons land tot een land van waterbouwers maken. Maar wat is er nodig om dat ook in de toekomst te blijven?

Bij alle bijeenkomsten mocht Korteweg Maritiem Historisch Onderzoek deze vraag in het licht van 150 jaar waterbouwgeschiedenis plaatsen. Kort en prikkelend, zo luidde de opdracht, want de blik lag immers op de toekomst. Het was verrassend hoe groot de aandacht was voor het kleine stukje historie dat ik kon beschrijven. De grote lijnen die ik vanuit het verleden naar het heden trok, bleken voor de meeste aanwezigen actueel en herkenbaar. En voor sommigen ook verrassend. Iemand die veertig jaar ‘ in de bagger’ had gewerkt, vertelde me later: “Je verhaal heeft wat in mij geraakt. Ik ken de sector al zo lang en jij hebt mijn ogen geopend. Zoals jij het beschreef, dat is de sector en dat heb ik me nooit echt gerealiseerd!” In het tweede deel van de sessies die over het heden en de toekomst gingen, werd  herhaaldelijk teruggegrepen op mijn historische inleiding.

De gesprekken dienden een doel.  In opdracht van NMT (Netherlands Maritime Technology) werden ze geleid door prof.dr. Murat Tarakci en prof.dr.ir. J.C.M. van den Ende van de Rotterdam School of Management (Erasmus Universiteit). De resultaten worden door dit instituut verwerkt in een rapport over de toekomst van het baggercluster en gepresenteerd op een symposium dat in het najaar van 2024 wordt georganiseerd.